De meest geteelde gele mosterdplant wordt 30 tot 60cm hoog en is ruw behaard. De onderste bladeren zijn 15 tot 20cm lang en diep gelobd, terwijl de bovenste bladeren speervormig zijn. Het oppervlak van de bladeren is ruw en harig. Op het uiteinde van de stengels bloeien lichtgele bloempjes in trosjes van juni tot september. De smalle harige en aaneengesloten zaaddoosjes die erop volgen zijn ongeveer 2,5 cm lang en bevatten een groot aantal ronde, lichtgele zaadjes. Deze zaaddoosjes worden geoogst wanneer ze bijna rijp zijn, maar nog niet openbarsten. Na het drogen en dorsen kunnen de zaden geoogst worden.
Mosterdzaad wordt geproduceerd in Oost-Europa, Zuid-Frankrijk, de Oekraïne, Californië en vooral Canada, hoofdzakelijk het gele mosterdzaad (brassica juncea of alba) omdat het iets gemakkelijker machinaal te oogsten is dan de veel fijnzadiger zwarte variëteiten. Mosterdzaad is daarom ook vrij duur.